Tijdens de paasvakantie ontvluchtte ik het slechte weer en zocht samen met vrouwlief gedurende vijf dagen de Spaanse zon op. Ik kan je verzekeren: duizendvijfhonderd kilometer zuidelijker was het veel warmer dan in Tessenderlo! Men zoekt dan het strand en het water op, want veel meer had de streek daar eigenlijk niet te bieden. Na een wandeling langs de kustlijn, op nog slechts een paar honderd meter van ons hotel, stonden we plots oog in oog met een koppel dat op het strand een partijtje scrabble speelde. Het waren Vlamingen die met ons samen in Zaventem het vliegtuig genomen hadden, en die in hetzelfde hotel verbleven.
"Hoe is dat in godsnaam mogelijk?", zei ik tegen mijn echtgenote. Zij kon ook moeilijk geloven wat ze zag en ze begreep mijn mateloze ontsteltenis. Dat tweetal maakte niet bepaald reclame voor de scrabblesport, maar dat kon hen blijkbaar geen reet schelen. Ze hadden zich niet eens ergens in een verholen hoekje neergelegd, maar werkelijk in het midden van het strand. Tientallen kijklustigen stonden om hen heen en werden gewild of ongewild geconfronteerd met onheuse taferelen. Indien het Nederlanders zouden geweest zijn, dan had ik het nog enigszins kunnen begrijpen. Zij doen zulke dingen vaker dan Vlamingen. Ik kon nog steeds mijn ogen niet geloven. Scrabbelen, allright! Maar moet dat nou zo??
Minutenlang vroeg ik mij af of ik mocht laten blijken wat ik van deze praktijken vond? Moest ik één en ander verbijten en doen alsof mijn neus bloedde? Of zou ik best in naam van het NTSV die twee trachten op het juiste pad te brengen. Mijn vrouw en ik bleven ter plekke ijsberen in het hete zand... tot het missionarisbloed in mij begon te kolken. Ik kon mij niet meer bedwingen en stapte resoluut naar het koppel toe. Vlak bij hen nam ik een foto (zie hierboven), trok ik al kuchend hun aandacht, en zei zonder horten of stoten wat al minutenlang op mijn lippen brandde: "Waarom in godsnaam? .....Waarom scrabbelen jullie niet op z'n duplicate?".