Scrabblenieuws

18 maart 2010

Historisch lage belangstelling voor de
jaarlijkse Algemene Vergadering

Op 6 maart 2010 vond de jaarlijkse Algemene Vergadering van het NTSV plaats. Hierop waren 62 clubafgevaardigden uitgenodigd. Slechts 17 zielen maakten hun opwachting, en slechts 12 van de 31 clubs waren lijfelijk vertegenwoordigd. Met andere woorden: 61% van de clubs, en 72% van de clubafgevaardigden bleef thuis. Dat was nooit eerder gebeurd. De aanwezigen hadden gelukkig allen een volmacht op zak, zodat de vergadering toch kon doorgaan.

Sinds het ontstaan van het NTSV werd de Algemene Vegadering in de buurt van Gent georganiseerd. In 2009 kon men met 21 aanwezige clubs niet echt van een grote opkomst gewagen. Eigenlijk mocht men verwachten dat het aantal aanwezigen nog zou zakken indien men de vergadering zou laten doorgaan op een minder centraal gelegen plaats. Toch koos het bestuur voor het West-Vlaamse Tielt als vergaderlocatie 2010.

Ronny Rutten, afgevaardigde van Littera Tessenderlo, riep het bestuur op om een meer centrale plaats te verkiezen, ergens in het Waasland, zijnde de heimat van het duplicate scrabbelen en het middelpunt van het NTSV. De meeste clubs zouden minder tijd verliezen, minder gevaar lopen, en besparen op transportkosten. Dat zou de participatie van clubs in de hand werken, zo stelde hij. Voorzitster Meurrens antwoordde: "Een goedkopere zaal, en goedkopere prijzen voor dranken hebben een rol gespeeld bij de genomen beslissing. Ik realiseer mij dat de Limburgers verder zullen moeten rijden, maar dat zal worden gecompenseerd doordat anderen minder ver moeten rijden". Een Belg met een minimale kennis van vaderlandse aardrijkskunde voelt intuïtief aan dat dat argument niet klopt. Ronny Rutten toonde aan met een detailberekening dat alleen de 7 West-Vlaamse clubs voordeel deden. Zij bespaarden in totaal 316 kilometers, terwijl de afgevaardigden van de 24 clubs uit de andere provincies 1614 extra kilometers moesten afleggen. Er kan maar sprake zijn van één compensatie: dat wat het NTSV kon besparen, zou door de grote meerderheid van de aangesloten clubs extra moeten worden uitgegeven.

Wat mocht verwacht worden, gebeurde: 19 clubs (61%) stuurden hun kat. Het engagement dat van clubafgevaardigden mag verwacht worden, is niet onbeperkt. Dat de af te leggen afstand voor hen een belangrijk criterium is, staat buiten kijf. Het bestuur heeft het belang van een geschikte locatie verkeerd ingeschat. Indien men de vergadertafel zou verhuisd hebben van Gent naar Amsterdam of Oostduinkerke, dan zouden ongetwijfeld nog minder afgevaardigden opgedaagd zijn. De vergadering zou dan niet hebben kunnen plaatsvinden. Zal dat gegeven tegen 2011 ook doorgedrongen zijn tot het bestuur?